Nokia 6710 Navigator - Profielen

background image

Profielen

Selecteer

>

Instellingen > Profielen.

U kunt voor verschillende gebeurtenissen, omgevingen of

groepen bellers beltonen, waarschuwingssignalen en andere

signalen instellen. Het actieve profiel wordt boven aan het

startscherm weergegeven. Als het actieve profiel echter

Algemeen is, wordt alleen de huidige datum weergegeven.

Als u een nieuw profiel wilt maken, selecteert u Opties >

Nieuw maken en definieert u de instellingen.
Als u een profiel wilt aanpassen, selecteert u het

desbetreffende profiel en kiest u Opties > Aanpassen.
Als u een profiel wilt wijzigen, selecteert u het desbetreffende

profiel en kiest u Opties > Activeren. Wanneer het Offline

profiel is geactiveerd, kunt u het apparaat niet per ongeluk

inschakelen. Ook kunt u dan niet ongewild berichten

verzenden of ontvangen of gebruikmaken van een draadloos

LAN, Bluetooth-connectiviteit, GPS of de FM-radio. Bovendien

wordt bij het selecteren van het profiel een eventuele actieve

internetverbinding verbroken. Het Offline-profiel verhindert

u niet om op een later tijdstip een draadloos LAN- of

Bluetooth-verbinding tot stand te brengen, en ook niet om

GPS of de FM-radio in te schakelen. Houd u daarom aan de

veiligheidsvoorschriften wanneer u deze functies gebruikt.
Als u het profiel zo wilt instellen dat het tot een bepaalde tijd

binnen de volgende 24 uur actief is, selecteert u Opties >

Tijdelijk en stelt u de tijd in. Wanneer de ingestelde tijd

vervolgens is verstreken, wordt het profiel opnieuw ingesteld

op het vorige actieve profiel zonder tijdsinstelling. Als u een

profiel met tijdinstelling hebt ingesteld, wordt

weergegeven op het startscherm. Het profiel Offline kan niet

worden geprogrammeerd.
Als u een profiel dat u hebt gemaakt wilt verwijderen,

selecteert u Opties > Profiel verwijderen. De vooraf

gedefinieerde profielen kunt u niet verwijderen.

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

70

background image

Belangrijk: In het profiel Offline kunt u geen

oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere functies

waarvoor netwerkdekking vereist is, niet worden gebruikt. U

kunt mogelijk nog wel het alarmnummer kiezen dat in het

apparaat is geprogrammeerd. Als u wilt bellen, moet u eerst

de telefoonfunctie activeren door een ander profiel te kiezen.

Als het apparaat is vergrendeld, moet u de beveiligingscode

invoeren.