Profielen
Selecteer
>
Instellingen > Profielen.
U kunt voor verschillende gebeurtenissen, omgevingen of
groepen bellers beltonen, waarschuwingssignalen en andere
signalen instellen. Het actieve profiel wordt boven aan het
startscherm weergegeven. Als het actieve profiel echter
Algemeen is, wordt alleen de huidige datum weergegeven.
Als u een nieuw profiel wilt maken, selecteert u Opties >
Nieuw maken en definieert u de instellingen.
Als u een profiel wilt aanpassen, selecteert u het
desbetreffende profiel en kiest u Opties > Aanpassen.
Als u een profiel wilt wijzigen, selecteert u het desbetreffende
profiel en kiest u Opties > Activeren. Wanneer het Offline
profiel is geactiveerd, kunt u het apparaat niet per ongeluk
inschakelen. Ook kunt u dan niet ongewild berichten
verzenden of ontvangen of gebruikmaken van een draadloos
LAN, Bluetooth-connectiviteit, GPS of de FM-radio. Bovendien
wordt bij het selecteren van het profiel een eventuele actieve
internetverbinding verbroken. Het Offline-profiel verhindert
u niet om op een later tijdstip een draadloos LAN- of
Bluetooth-verbinding tot stand te brengen, en ook niet om
GPS of de FM-radio in te schakelen. Houd u daarom aan de
veiligheidsvoorschriften wanneer u deze functies gebruikt.
Als u het profiel zo wilt instellen dat het tot een bepaalde tijd
binnen de volgende 24 uur actief is, selecteert u Opties >
Tijdelijk en stelt u de tijd in. Wanneer de ingestelde tijd
vervolgens is verstreken, wordt het profiel opnieuw ingesteld
op het vorige actieve profiel zonder tijdsinstelling. Als u een
profiel met tijdinstelling hebt ingesteld, wordt
weergegeven op het startscherm. Het profiel Offline kan niet
worden geprogrammeerd.
Als u een profiel dat u hebt gemaakt wilt verwijderen,
selecteert u Opties > Profiel verwijderen. De vooraf
gedefinieerde profielen kunt u niet verwijderen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
70
Belangrijk: In het profiel Offline kunt u geen
oproepen doen of ontvangen en kunnen ook andere functies
waarvoor netwerkdekking vereist is, niet worden gebruikt. U
kunt mogelijk nog wel het alarmnummer kiezen dat in het
apparaat is geprogrammeerd. Als u wilt bellen, moet u eerst
de telefoonfunctie activeren door een ander profiel te kiezen.
Als het apparaat is vergrendeld, moet u de beveiligingscode
invoeren.