Nokia 6710 Navigator - Externe configuratie

background image

Externe configuratie

Selecteer

>

Instellingen > Apparaatbeheer.

Met Apparaatbeheer kunt u instellingen, gegevens en

software op uw apparaat extern beheren.
U kunt een verbinding met een server maken om

configuratie-instellingen voor uw apparaat te ontvangen. U

kunt ook serverprofielen en andere configuratie-instellingen

ontvangen van uw serviceproviders of de afdeling

informatiebeheer van uw bedrijf. Onder configuratie-

instellingen vallen bijvoorbeeld ook instellingen van de

verbinding die door andere toepassingen in het apparaat

worden gebruikt. De beschikbare opties kunnen verschillen.
De server start meestal de externe configuratieverbinding als

de instellingen van het apparaat moeten worden bijgewerkt.
Als u een nieuw serverprofiel wilt maken, selecteert u

Opties > Serverprofielen > Opties > Nieuw

serverprofiel.
Deze instellingen kunt u van uw serviceprovider in een

configuratiebericht ontvangen. Zo niet, definieer dan het

volgende:
Servernaam — Voer een naam voor de

configuratieserver in.

Server-ID — Voer de unieke ID van de configuratieserver

in.

Serverwachtwoord — Voer het wachtwoord in

waarmee uw apparaat door de server wordt herkend.

Toegangspunt — Selecteer het toegangspunt dat u wilt

gebruiken voor de verbinding of maak een nieuw

toegangspunt. U kunt ook aangeven dat u wordt gevraagd

welk toegangspunt u wilt gebruiken telkens wanneer u

verbinding maakt. Deze instelling is alleen beschikbaar als

u Internet hebt geselecteerd als dragertype.

Hostadres — Voer het webadres van de

configuratieserver in.

Poort — Voer het poortnummer van de server in.

Gebruikersnaam en Wachtwoord — Voer uw

gebruikers-ID en wachtwoord in voor de

configuratieserver.

Configuratie toestaan — Selecteer Ja om de server een

configuratiesessie te laten initiëren.

Automatisch accepteren — Selecteer Ja als u niet wilt

dat de server een bevestiging vraagt bij het initiëren van

een configuratiesessie.

Netwerkverificatie — Geef aan of HTTP-verificatie moet

worden gebruikt.

Gebruikersnaam netwerk en Wachtwoord

netwerk — Voer uw gebruikers-ID en wachtwoord in voor

de http-verificatie. Deze instelling is alleen beschikbaar als

u Netwerkverificatie heeft geselecteerd voor gebruik.

Selecteer Opties > Configuratie starten als u verbinding

wilt maken met de server om de configuratie-instellingen

voor uw apparaat te ontvangen.
Als u het configuratielogboek van het geselecteerde profiel

wilt weergeven, selecteert u Opties > Logboek bekijken.

Gegevensbeheer

© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

82

background image

Als u de software van het apparaat wilt bijwerken via de

lucht, selecteert u Opties > Controleren op updates. Door

het bijwerken worden uw instellingen niet gewist. Als u het

updatepakket op het apparaat hebt ontvangen, volgt u de

aanwijzingen op het scherm. Het apparaat wordt opnieuw

gestart als de installatie is voltooid. Bij het downloaden van

software-updates worden mogelijk grote hoeveelheden

gegevens overgedragen (netwerkdienst). Zorg ervoor dat de

batterij van het apparaat voldoende capaciteit heeft of dat

de lader is aangesloten voordat u begint met bijwerken.

Waarschuwing: Tijdens het installeren van een

software-update kunt u het apparaat niet gebruiken, zelfs

niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie

voltooid is en het apparaat opnieuw is ingeschakeld. Zorg

ervoor dat u een back-up maakt van de gegevens voordat u

de installatie van een update aanvaardt.