Instellingen voor multimediaberichten
Selecteer
>
Berichten en Opties > Instellingen >
Multimediabericht.
Maak een keuze uit de volgende opties:
● Grootte afbeelding — Hiermee geeft u de grootte op van
de afbeelding in een multimediabericht.
● MMS-aanmaakmodus — Als u Met begeleiding
selecteert, wordt u door het apparaat gewaarschuwd
wanneer u een bericht probeert te versturen dat door de
ontvanger mogelijk niet wordt ondersteund. Als u
Beperkt selecteert, voorkomt het apparaat dat u
berichten verstuurt die mogelijk niet worden
ondersteund. Als u inhoud in uw berichten wilt opnemen
zonder meldingen, selecteert u Vrij.
● Toegangspunt in gebruik — Hiermee kunt u aangeven
welk toegangspunt als voorkeursverbinding wordt
gebruikt.
● Multimedia ophalen — Hiermee kunt u opgeven hoe u
berichten wilt ontvangen (indien beschikbaar). Selecteer
Aut. bij eigen ntwrk als u berichten automatisch wilt
ophalen in uw eigen netwerk. Buiten uw eigen netwerk
ontvangt u een melding dat u een bericht kunt ophalen in
de multimediaberichtencentrale. Als u Altijd
automatisch selecteert, maakt uw apparaat automatisch
een actieve packet-gegevensverbinding om het bericht
binnen en buiten uw eigen netwerk op te halen. Selecteer
Handmatig om handmatig multimediaberichten op te
halen uit de berichtencentrale of Uit om het ontvangen
van alle multimediaberichten te voorkomen. Automatisch
ophalen wordt mogelijk niet in alle regio's ondersteund.
Berichten
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
49
● Anon. berichten toestaan — Berichten van anonieme
afzenders weigeren.
● Advertenties ontvangen
— Multimediaberichtadvertenties ontvangen
(netwerkdienst).
● Rapporten ontvangen — De status van verzonden
berichten in het logboek weergeven (netwerkdienst).
● Rapportverz. weigeren — Voorkomen dat uw apparaat
leveringsrapporten van ontvangen berichten verzendt.
● Geldigheid bericht — Hier kunt u opgeven hoe lang moet
worden geprobeerd het bericht opnieuw te verzenden als
de eerste poging mislukt (netwerkdienst). Als het bericht
niet binnen deze periode kan worden verzonden, wordt
het uit de berichtencentrale verwijderd.
Het apparaat vereist netwerkondersteuning om aan te geven
dat een verzonden bericht is ontvangen of gelezen. Deze
informatie is mogelijk niet altijd betrouwbaar. Dit is
afhankelijk van het netwerk en andere omstandigheden.